Digitaal lezen: Leeskampioen of alleskunner

Een tijd geleden kondigde ik hier al aan een serie artikelen te schrijven over mijn afstudeeronderzoek naar digitaal lezen; tijd voor het eerste deel!

In dit eerste artikel blik ik terug op hoe de ontwikkeling van e-readers en andere apparaten waarop je comfortabel digitaal kunt lezen verlopen is sinds mijn afstudeeronderzoek van meer dan 5 jaar geleden, inclusief een korte blik op de toekomst :).

Hoofdvraag van mijn afstudeeronderzoek
In 2004 begon ik mijn onderzoek bij PCM Dagbladen (nu De Persgroep), met als hoofdvraag:
‘Op welke wijze biedt elektronisch papier kansen voor digitale uitgeefproducten van PCM Dagbladen, gezien vanuit het productconcept van de e-reader, technologische ontwikkelingen en ontwikkelingen in de markt?’

De vraag ging specifiek uit van een gegeven productconcept (concept omdat er destijds nog geen echte e-reader was), omdat PCM met Philips in gesprek was over een nog te lanceren product. Dat productconcept is nu bekend als de iLiad, de divisie van Philips waar we mee in gesprek waren is nu het bedrijf iRex Technologies. In mijn onderzoek heb ik  een prototype van de iLiad getest in gebruikersonderzoeken. Het prototype was in eerste instantie nog een open kastje met printplaatjes  met daarop een e-ink scherm gemonteerd.

Naast mijn hoofdvraag, die behoorlijk breed is, had ik uiteraard een paar deelvragen. Een van die vragen richtte zich op technologische ontwikkelingen rondom digitale leesapparaten. Om die ontwikkelingen een beetje te kunnen peilen heb ik veel mensen geinterviewd (binnen en buiten PCM), en veel brononderzoek gedaan. Op basis van die interviews stelde ik destijds een lijstje op van gewenste eigenschappen voor wat ik toen ‘elektronisch papier’ noemde.

Gewenste eigenschappen van elektronisch papier:

  • Zeer goed leesbaar, vergelijkbaar met papier.
  • Biedt mogelijkheden voor multimediale toepassingen (bewegende beelden, geluid).
  • Kleur is noodzakelijk, met name voor advertenties en afbeeldingen.
  • Heeft een vormfactor die goede draagbaarheid biedt (flexibiliteit kan dit bevorderen).
  • Het beeldscherm moet groot genoeg zijn om ontspannen te kunnen lezen (minimaal 20 cm. doorsnede werd veel genoemd).
  • Zeer grote duurzaamheid, het scherm mag niet gemakkelijk krassen of op andere wijze beschadigen.
  • Laag energieverbruik, om langdurig te kunnen lezen.

Toen ik dit rijtje opschreef waren er nog geen beeldschermen die ook maar een beetje in de buurt kwamen, het prototype van de iLiad zeker ook nog niet. Wat me eigenlijk steeds wel verbaasd heeft is dat de ontwikkeling van apparaten die gebruik maken van elektronische inkt lange tijd bijna stil leek te staan (zeker als je bedenkt dat de technologie al sinds de jaren 70 bestaat). De belofte van apparaten met beeldschermen die het leescomfort bieden van papier, de opslagcapaciteit van een forse ipod en het stroomverbruik van een horloge laat nog altijd op zich wachten.

Aan de andere kant: Op dit moment zijn er wel legio apparaten die tenminste een of een aantal van de genoemde eigenschappen bezitten (De Kindle, de iLiad, de Sony reader, de iPhone en binnenkort natuurlijk ook de iPad). Maar…….geen van de apparaten heeft alle eigenschappen, zelfs de iPad niet. Die lijkt me vooralsnog niet heel erg handig om echt overal te gebruiken en het scherm is nog steeds een ‘backlight’ scherm. Dat laatste zorgt er voor dat echt comfortabel lezen waarschijnlijk nog niet mogelijk is, je ogen raken sneller vermoeid van een lichtgevend beeldscherm. Het is daarmee eigenlijk ook nog gewoon een laptop zonder deksel, oneerbiedig gezegd :). Gelukkig is het met de connectiviteit van mobiele apparaten inmiddels wel iets beter gesteld: 3G en WiFi zijn inmiddels wijd verspreid en dat zal alleen maar beter worden. In mijn onderzoek schreef ik over WiMax als meest waarschijnlijke technologie om een ‘overal online’ ervaring te kunnen bieden, op dit moment is er in Nederland alleen nog een test in Amsterdam gaande.

Vorm volgt functie?
Het rijtje met gewenste eigenschappen geeft natuurlijk ook een soort van ideaalbeeld, wellicht kunnen ze ook helemaal niet gecombineerd worden. Mobiele apparaten blijven tot nu toe altijd beperkt in hun functie, op een iPod lees je nu eenmaal niet zo fijn als op je laptop. Onderstaande afbeelding illustreert goed hoe vorm en functie vaak samengaan bij mobiele apparaten:

vorm en functie van mobiele apparaten in beeld gebracht

Toch hebben de iPhone en andere smartphones dit wel drastisch veranderd ten opzichte van 5 jaar geleden. Touch-bediening zorgt er voor dat een beeldscherm in principe elke vorm kan aannemen. Kort gezegd geloof ik best wel in een 36-delig Zwitsers zakmes zoals de iPad als de toekomst voor digitaal lezen, op het moment dat het beeldscherm ook rustig en handzaam genoeg is om er 2 uur mee op de bank te liggen om een boek te lezen.

Wat kunnen we nog verwachten?
Ik ben dus heel benieuwd hoe nieuwe devices, zoals de iPad, het landschap van digitaal lezen gaan veranderen. Grotere draagbare kleurendisplays die ook video aankunnen en connected zijn hebben volgens mij zeker de toekomst, maar ik geloof nog niet dat ‘alleskunner’ de iPad nu de heilige graal is. De eerstvolgende grote stap in hardware op het gebied van digitaal lezen wordt denk ik de opkomst van flexibele beeldschermen. Daar was tijdens mijn afstudeeronderzoek ook al sprake van (Polymer Vision had destijds al een prototype), maar het schaalbaar en voordelig kunnen produceren van flexibele beeldschermen zonder dat ze te snel stuk gaan is nog een probleem.

Het is in ieder geval zeker dat de ontwikkelingen in mobiele hardware en beeldschermen in een flinke stroomversnelling zitten. Vijf jaar geleden moest ik vrijwel iedereen die ik over mijn onderzoek sprak bij wijze van spreken nog uitleggen wat een e-reader is, vandaag de dag bedraagt de omzet van ‘leeskampioen’ Kindle al 50% van die van papieren boeken voor webwinkel-gigant Amazon.com (bron: rethinkingmedia.nl). In volgende artikelen meer over de rol van partijen zoals Amazon. De beperkende factor in het doorbreken van digitaal lezen ligt volgens mij niet zozeer in de hardware, maar meer in voldoende aanbod van digitale content met voor zowel koper als verkoper bevredigende verdienmodellen.